Wat is een erectiele disfunctie?

Erectiele disfunctie komt veel voor

Erectiele disfunctie (ED) wordt gedefinieerd als het aanhoudende onvermogen om een erectie te krijgen of te behouden die voldoende is voor seksuele activiteit. Vaak wordt het ook wel erectiestoornis, potentiestoornis of impotentie genoemd. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de mannen boven de 40 jaar met ED te maken hebben. In Nederland lijden naar schatting 800.000 mannen vanaf 30 jaar aan deze stoornis. Er zijn zelfs bronnen die spreken van een miljoen. Doordat veel mannen niet open met dit probleem omgaan – ze vrezen voor het taboe wat erop rust en voor de associatie met het “gebrek aan mannelijkheid” – is het moeilijk om betrouwbare cijfers te genereren.

Verschil tussen erectiele disfunctie en tijdelijke erectiestoornissen

Niet elke erectiestoornis valt gelijk onder de noemer erectiele disfunctie. Het verschil is niet altijd duidelijk. Een algemene definitie van erectiele disfunctie is “het aanhoudende onvermogen een erectie te krijgen of te behouden die voldoende is voor seksuele activiteit”. Het verschil met een “gewone” potentiestoornis (die overigens bij vrijwel alle mannen wel eens voorkomt) zit hem in de duur van het probleem. Doet de klacht zich een enkele keer voor, dan spreekt men niet van een erectiele disfunctie. Tijdelijke psychische of lichamelijke stress of een tekort an bepaadle vordingsstoffen kunnen namelijk oorzaak zijn van een stoornis, maar dit is meestal geen langdurig probleem. Doet het zich meer dan een half jaar lang bij meer dan de helft van de pogingen voor, dan spreekt men wél van een erectiele disfunctie.

Erectiele disfunctie kan een psychische of lichamelijke oorzaak hebben

Erectiele disfunctie wordt beschouwd als een multifactoriële stoornis waarbij psychologische, somatische (lichamelijke), relationele en culturele aspecten een rol spelen in alle leeftijdscategorieën, etnische groepen en sociale klassen. Regelmatig komt het voor dat beschadigde, verkalkte bloedvaten de zwellichamen van de penis onvoldoende van bloed kunnen voorzien. Hier is duidelijk sprake van een lichamelijke oorzaak van de stoornis. Daarnaast kan de voeding, of beter gezegd een gebrek aan bepaalde voedingsstoffen als arginine, de oorzaak zijn. Het kan ook zijn dat overmatige stress of prestatiedruk van negatieve invloed is op de potentie. Dan is er dus sprake van een psychische oorzaak. Wanneer de problemen zich voornamelijk voordoen bij het vrijen, maar er tegelijkertijd wel sprake is van ochtenderecties, is er vaak sprake van een psychologisch probleem en kan een fysieke oorzaak meestal worden uitgesloten.